Over de markt Over standwerkers Geschiedenis

Van marskramer, venter of kwakzalver naar de hedendaagse standwerker

Het standwerken, een marktvak apart. Van marskramer, venter of kwakzalver naar de hedendaagse standwerker op de markt. In het midden van de 20ste eeuw stopte dit fenomeen ten dele, grotendeels vanwege de opkomst van de industrialisering maar ook door de komst van de grotere winkelketens en door de auto. Hierdoor verdwenen ook de kolenboeren, groente- en bakkerskarren en melkventers uit het straatbeeld. Het beroep is echter wel blijven bestaan maar concentreerde zich vooral op en rond de markt.

Al vroeg in de geschiedenis is er de marskramer, venter of kwakzalver. (de laatste kom je alleen nog tegen via internet, want geneesmiddelen mogen niet worden verkocht door leken). Deze verkopers gingen op het platteland van deur tot deur, en verkochten op jaarmarkten en paardenmarkten en andere gelegenheden. Huisvrouwen waren wel gewend om verkopers aan de deur te ontvangen, en hadden vaak geen gelegenheid om zelf op pad te gaan. Met hun onuitputtelijke voorraad van humor kunnen de standwerkers verkopen wat ze willen. Grote steden hebben zeer bekende standwerkers gehad, zo is daar marskramer Willem van Tongeren, een Apeldoornse standwerker geboren in Epe. De standwerker Willem was in bezit van een kist vol met garen, band, knopen en nog veel meer kleine artikelen die makkelijk mee te vervoeren waren. Het oostelijke deel van de Veluwe was het werkgebied van deze standwerker. Zo hier en daar een praatje makend, onder het genot van een kopje koffie, verkocht Willem zijn handelswaar. Willem verkocht zijn artikel, borg deze weer op met het geïncasseerde geld en merkte vervolgens op: 'die za'k maar wee meenem'n want die zu'j to nie neudig he'bn, moar ik de centjes wel'! Willem de standwerker is overleden in 1942 maar tot het eind van zijn leven actief gebleven met de verkoop van lucifers voor een paar centen.

-->

In Amsterdam waren veel standhouders actief: Bram Polak, Jaapie Rabbie, Lou Haringman, Jantje Plank, Joop Gobets en zeker niet de minste... Loetje Lap! Zij brachten een schat aan herinneringen teweeg die nu nog levend worden gehouden. Zo was er ook een 'professor Cocadorus' oftewel de Keizer der standwerkers. De professor was een vakman apart en genoot bekendheid tot ver buiten Amsterdam. In 1881 kwam hij als standwerker op de markt aan het Amstelveld zijn beroep uitvoeren. (toendertijd, het Hyde park van Amsterdam) Deze ras artiest liep over met Joodse wijsheid en gein, had 'van huis uit' een stortvloed aan prevelementjes en praatjes. Cocadorus (de Co van zijn grootvader, Ca van zijn grootmoeder en Dorus van zijn vader) heette in werkelijkheid Meier Linnewiel (1867-1934) en heel wat standwerkers mochten zich 'student' van de Amsterdamse standwerk-professor-van-de-open-lucht-universiteit noemen! Met zijn assistent Cheffie Nathan van den Berg, die, om te beginnen het naambordje van de grootmeester aan een lindeboom hing en voor Cocadorus alvast de handel uitstalde, kwam later de meester zelf, dan sloeg Cheffie op de gong en kon de stand-presentatie beginnen.